“God is niet dood, maar springlevend in Rotterdam,” opende Wubbo Tempel (CDA) zijn speech in het stadhuis. Tijdens de gemeenteraadsvergadering was het aanbieden van het boek ‘God in de stad’ aan burgemeester Aboutaleb het eerste agendapunt.
“Applaus!”, riep de burgemeester
Voor de vergadering lag het boek al klaar op de werktafels van de wethouders en raadsleden; een kerstgeschenk van hun collega’s van het CDA en de ChristenUnie/SGP. In zijn speech vertelde Wubbo dat het boek ondermeer de bijdrage van christenen aan de stad beschrijft en sloot af met: “Samen met mijn collega’s van de CU/SGP bedachten we dat een stichtende boodschap wel aansluit bij de kerstgedachte.” De speech had van een dominee kunnen zijn. Het was dan ook even stil in de raadszaal. Burgemeester Aboutaleb doorbrak de stilte: “De schrijver is toch aanwezig?” vroeg hij met zijn blik richting de publieke tribune. Ik zwaaide even naar de blikken die mijn kant opgingen. “Applaus!” riep de burgemeester.
Het is bijzonder om te zien hoe het boek breed ingang vindt in Rotterdam en daarbuiten. Het stemt me dankbaar naar God toe, en naar die vele Rotterdammers die zich inzetten voor de stad. Hierbij wil ik in het bijzonder bevriende en gewaardeerde raadsleden Setkin Sies (CU/SGP) en Wubbo Tempel noemen: Dank je wel! Ook dat jullie dit initiatief zo van harte hebben omarmd en ondersteund.
De foto’s zijn genomen door bevriende fotograaf Rogier Bos. Toen ik vanmorgen mijn camera klaarmaakte, sms’te ik Rogier in een opwelling: “Wish you were there!” Hij sprong uit bed en haastte zich naar het stadhuis. Als het ware slagroom op de cake om dit ‘moment supreme’ samen met een goede vriend te beleven!
Intussen rolt het balletje door. Vanavond wordt het boek aangeboden aan de raadsleden in de deelgemeente IJsselmonde; mede aangeslingerd door dagelijks bestuurder Bram van Hemmen. Ik ervaar het als een voorrecht om met zoveel mensen in de stad op te trekken, die de boodschap door willen geven – de een door woorden en de ander door daden: ‘God is niet dood, maar springlevend!’
Reageer