Een verslag van Peter Bergwerff, hoofdredacteur van het ND van het debat ‘Zaaien in beton’; een reactie van Kees Haak op mijn boek ‘God in de stad’, georganiseerd door Marten de Vries van het Het Kruispunt. Kees daagt uit om het (on)geloof van de ander te ontmaskeren. Dat is inderdaad een zoektocht, en van velen met mij, hier in de stad.

Missie in de stadsjungle: meer dan aardig zijn. Door Peter Bergwerff

ROTTERDAM – Een handjevol pioniers heeft de stad weer opgezocht om iets te laten zien van Gods werk. Gea Gort schreef er een boek over. Missioloog Kees Haak waarschuwt dat het ook in de stadsjungle uiteindelijk gaat om het buigen voor Christus.

Ze hebben een totaal verschillende achtergrond. Gea Gort: evangelisch, was jarenlang actief in zendingsorganisaties als Jeugd met een Opdracht en Mercy Ships, nu hevig betrokken bij missionaire activiteiten in de ‘stadsjungle’ van Rotterdam. Kees Haak: gereformeerd, was ‘traditioneel’ zendeling in Indonesië, nu universitair docent missiologie in Kampen.

De vrouw van de praktijk tegenover de man van de theorie. Dat was dinsdagavond de setting van een debatavond over missionair leven in de stad. Organisator was het Kruispunt, een studie- en ontmoetingscentrum in Rotterdam om christenen toe te rusten om met moslims in gesprek te zijn. Het wordt geleid door de vrijgemaakt-gereformeerde predikant Marten de Vries.

Ook de vergaderplek hielp mee om de problematiek naar de bezoekers toe te dragen. Het kerkgebouw van de vrijgemaakte kerk van Delfshaven aan de Kuiperstraat werd gebouwd in de jaren zestig en bood toen tweemaal per zondag onderdak aan zo’n 1500 kerkgangers. Een uitgebreid zalencentrum stond garant voor de voortgang van de vele kerkelijke activiteiten doordeweeks. De kerk is er nog steeds, maar in het aanpalende zalencentrum huist nu een moskee. Naarmate moslims en andersgelovigen de Rotterdamse stadspopulatie gingen domineren, trokken de kerkgangers massaal weg ‘naar buiten’. Enige tijd zag het er daarom zelfs naar uit dat de kerk gesloten zou moeten worden, maar dat is inmiddels veranderd. ’s Zondags zitten er weer enkele honderden, merendeels jonge, kerkgangers.

‘er zijn’

Zij maken deel uit van de groeiende groep christenen die er bewust voor kiezen aanwezig te zijn in de stad en daar iets te laten zien van Gods werk. Over zestien van die ‘stadspioniers’ schreef Gea Gort een boek en Kees Haak was uitgenodigd om daarop te reageren. Hij legde uit dat de opvatting over wat zending moet zijn, ook in orthodox-christelijke kringen, steeds meer is opgeschoven van verkondiging naar daad, van spreken over de verlossing door Christus door daaruit (voor)leven. Er (als christenen) zijn.

Haak vindt het boek van Gort een illustratie van die omslag in het denken. Als christelijke aanwezigheid in de stad daarbij blijft, is dat Bijbels bezien te mager, aldus de missioloog. ‘Er zijn’ in de stad moet altijd een opstap zijn om mensen uiteindelijk aan te spreken met het evangelie, opdat ze zo ver komen dat ze buigen voor Christus.

Omdat God mens werd, moeten ook christenen dichtbij mensen leven? Ja, maar God werd wel mens in het kader van de verzoening: om onze zonden weg te dragen en dat moet verkondigd worden. We moeten betrokken zijn op de werkelijkheid van mensen om ons heen? Ja, maar niet ‘aanpassend’. Paulus riep op om dwars tegen de geest van zijn tijd in te gaan. Onze christelijke presentie moet relationeel zijn? Inderdaad, maar dan altijd met het oog op de relatie met Christus. Uiteindelijk draait het bij zending altijd om de vraag: ‘Wat dunkt u van Christus?’ Het gaat om bekering, eeuwig behoud en vergeving van zonden. Als alles zending is, is uiteindelijk niets meer zending, vatte Haak samen.

Zoektocht

Gort zei in dit opzicht aan een zoektocht bezig te zijn. Het werk in de stad heeft haar meer oog doen krijgen voor blijvende gebrokenheid en voor de gemeenschap van de kerk. ‘Vanuit mijn evangelische en mijn sociale achtergrond was ik gewend aan ‘steeds meer, steeds beter’. Nu weet ik dat er blijvend onoplosbare situaties zijn. Steeds meer is me ook gaan opvallen hoe individualistisch, op eigen heil en geestelijk welbevinden gericht, veel christenen denken. Het gaat vaak om het ‘ik’. Maar juist de gebrokenheid van de stad daagt uit tot denken in termen van gemeenschap.’

En tegenover het signaal van Haak dat het uiteindelijk gaat om het ‘voor of tegen Jezus Christus’: ‘Ik heb mij in mijn buurt een goede plaats verworven. De mensen vinden mij aardig. Maar ik constateer bij mezelf steeds meer een heilige ontevredenheid met die status van aardige, leuke buurvrouw. Ik geloof wel dat het wekken van vertrouwen erg belangrijk is, maar uiteindelijk moet het wel leiden tot de volgende fase: de proclamatie van het evangelie van redding van zondaren door Jezus Christus. Het is een zoektocht, maar daar moeten we wel naar toe.’

 PDF Zaaien in beton